Hebbes ! …
Ik heb een zwak voor het grijsblauw kuifje van Pimpelmezen!
Natuurlijk zie ik ook graag de alpinopet van de Koolmees, de avondzon in de buikveren van de roodborst en de chocodip op het kopje van de ringmus, maar dat pimpeltje verrast en vertedert me steeds weer met zijn wollig acrobatenlijfje en ‘jentig’ optreden tussen de doorgaans veel forser uit de kluiten gewassen andere tuinvogels.
Het is ook de reden dat ik bij mijn vogelfotografie graag speciaal gebruik maak van het fotogenieke voorkomen van “Cyanistes caeruleus” en dan is het natuurlijk een groot voordeel dat dit kereltje graag en veel gebruik maakt van de aangeboden vetbol en zonnepitten, waarmee ik ze precies op dát plekje probeer te lokken waar ik ze nu nét wil hebben.
Was ik in de beginperiode van mijn fotograaf-zijn al blij wanneer de vogel er eens een keer scherp opstond nu leg ik de lat alsmaar hoger én hoger.
Lichtval, compositie, achtergrond, houding….álles moet helemaal goed zijn en het liefst allemaal zo origineel mogelijk. Met name dat laatste valt niet mee omdat er – zeker na de opkomst van de digitale fotografie – honderdduizenden foto’s van pimpels in evenveel varianten worden gemaakt.
Maar goed. Ik wil toch ook graag mijn partijtje op eigen wijze meeblazen en kies dan graag van te voren een leuke, attractieve landingsplek uit. Eigenlijk werkt het dan precies andersom. Zorgvuldig speur ik éérst naar een decoratief bebladerde twijg of een fijn gevorkte bloem- of bladstengel en dan dénk ik dáár alvast een meesje op ! Hmm.. hoe mooi zou het lijken wanneer dat vogeltje precies tussen deze goudgeel gekleurde blaadjes neerstrijkt?
Wat zou dat uitgedroogde bloemschermpje een prachtige combinatie kunnen vormen samen met zo’n gracieus klein bolletje veren.
Maar ja , dan moet ie daar wel precies bij willen plaats nemen.
Het is – vind ik – wél een vorm van kunst, een compositie zoeken met wat de natuur levert, waarbij je niks op bestelling kunt doen en nooit garantie krijgt.
Hoe vaak dat ik niet ‘hóp-hóp’ of ‘tou nou even mien jong’ roep wanneer de hoofrolspeler besluiteloos in de buurt van de zorgvuldig geplaatste pinda’s gaat zitten kijken. Of ‘néé.. doar nait’ als de mees weer eens aan de verkeerde kant gaat zitten. Het is vaak zuchten en vérzuchten.
Maar soms gaat alles goed. Eén fractie van een seconde op de goede plek. De juiste houding, het goede licht, de juiste camera-instelling en prrrrr…ratelt de Panasonic.
Hebbes !
Zeer geslaagd!
Het is één groot avontuur heb ik al door, dat fotograferen. Maar het is ook kennis van een zorgvuldige choreografie.
Het spreekt letterlijk en figuurlijk tot je verbeelding.
Mooi gedaan Krijn en pimpelmees:)