Die ógen …

Vandaag kijk ik vanuit het ‘studeer’-kamerraam naar mijn vijvertje en bedenk tevreden dat ie er nu wel weer fraai bij ligt..

Ieder jaar rond deze tijd moet ik er toch altijd wel even flink tegenaan om de vaak al te uitbundige waterplantengroei in te tomen want met name de enorme bladeren van de waterlelie bedekken razendsnel het wateroppervlak, waardoor er te weinig lichtval in de vijver ontstaat en Waterpest en Fonteinkruid de zaak verder dreigen dicht te groeien.

Wanneer ik dan weer eens met  ‘blode bainen’ wijdbeens de vijver in stap om de boel wat uit te dunnen mag ik graag de gelegenheid aangrijpen om ook wat macro-opnamen te maken van  libellen en waterjuffers die nu op en rond de zuurstokroze bloemen komen jagen en rusten.

Wanneer ik zoiets extra behoedzaam doe, lukt het me soms zelfs om een dromerige, op een lelieblad rustende kikker van hééél dichtbij met een close-up-lens in die typische, wiebertjes-vormige pupillen te kunnen kijken..

Kijk eens hoe  mooi !  Wat zou er in zo’n verkikkerd wezentje omgaan?

Daar mag ik dan later graag een beetje rijmend op door fantaseren..

t Zijn niet haar zachte kikkerbillen die hem romantisch stemmen

Ook niet haar groene tors, die hij graag zou omklemmen

“Wat ik het allerliefst zou willen ?   

“Haar ógen”  sprak de vors “Als ‘k dáár in weg kon zwemmen.”

Nou ja, wanneer ik dit schrijf is er in geen velden of wegen een libel of kikker meer te zien.

Een hevige stortbui is zojuist ten einde gekomen en doet de vijver bijna overlopen. Vanuit een kiertje in de nog loodgrijze hemel verleent nu een sprankje zonlicht een bijzondere glans aan de achtergebleven grote regendruppels die nog wat liggen na te biggelen op het resterend lelieblad..

Voor wie het wil zien…

Reageren? Graag ! Schrijf hier onder ...