Van regen en een haan….
Hè, hè…de zo gewenste regen is eindelijk weer gevallen, zelfs aardig wat millimeters zag ik en dat biedt zeker enig soelaas voor de dorstende akkers en landerijen.
Maar om eerlijk te zijn krijg ik niet gauw genoeg van blauwe luchten en heerlijk zomers aandoende temperaturen en kijk ik alweer reikhalzend uit naar nieuwe zonovergoten dagen.
Toch is het altijd weer fijn om te zien hoe de natuur herademt en opfrist en wanneer ik tijdens een wandeling wordt overvallen door een mals juni-buitje bedenk ik me hoe dynamisch, uitgebalanceerd, onvoorspelbaar én onvoorstelbaar ingewikkeld al die meteorologische processen die zich daar boven onze hoofden afspelen eigenlijk in elkaar zitten. De één ziet het als een product van een groot chemisch toeval, waar wij dan – éven toevallig – zelf ook deel van uitmaken. Ik persoonlijk beschouw het als één groot scheppingswonder, waarin de mens een verantwoordelijke plek heeft gekregen. Hoe dan ook, levend vanuit een atheïstische, agnostische óf creationistische opvatting, wie zich écht verdiept in de materie van lucht, wind en water en hoe dat in een uiterst gecompliceerd en delicaat proces het totale leven op aarde beïnvloedt, staat zich al gauw met open mond van verbazing te vergapen aan en te verbazen over dat raadselachtige ‘perpetuum mobile’ dat wij simpelweg ‘het weer’ noemen.
Wie zijn wij dan wel, als mens?
Dat was ook God’s uitdagende en imposante wedervraag op Job die Hem ter verantwoording durfde roepen…
(uit : Job 38)
Heeft de regen een vader?
Wie verwekt de dauwdruppels?
Wie is de moeder van het ijs?
Wie brengt de rijp voort die uit de hemel valt?
Hoe komt het dat het water hard wordt als steen
en de zee een ijsvlakte wordt?
Kun jij de Plejaden intomen
of de ketting rond de Orion verbreken?
Kun jij de Regensterren op tijd laten opkomen
en de Grote en Kleine Beer temmen?
Ken jij de wetten van het heelal
en bepaal jij hun werking op aarde?
Kun jij bevelen roepen naar de wolken,
zodat een watervloed zich over je uitstort?
Kun jij de bliksem op weg sturen,
is hij aan jou gehoorzaam?
Wie geeft de ibis in wanneer de Nijl gaat stijgen
en wie laat de haan weten wanneer de regen komt?
Enfin, tijdens deze momenten van innerlijke reflectie en bezinning, wordt mijn oog getrokken door een roestrode vlek vlak naast me op het groene aardappelland en in een flits maakt de meditatieve geest een draai van 180 graden en verspringt mijn aandacht naar één en al concentratie op een ander soort haan die samen met zijn hennetje zich tussen het lover ophoudt en die niet van plan is om zich heel veel van me te gaan aantrekken.
Dat komt mooi uit en in één soepele beweging haal ik behoedzaam als in een vertraagde cowboyfilm de camera uit mijn spreekwoordelijke holster, doe een paar stappen in hun richting en leg zorgvuldig mikkend op ze aan.


Ze zijn wel wat wandelaars gewend hier, worden er niet heet of koud van en terwijl het eerste hemelwater langzaam maar gestaag op de smachtende aarde valt, maak ik van hen allebei een soort staatsieportret..
Omdat ie zich kennelijk toch niet helemáál op zijn gemak voelt, verplaatst meneer zich uiteindelijk – zonder dat hij me ook maar een moment uit het oog verliest – met de doelgerichte maar ingetogen tred van een generaal die ’t zekere voor het onzekere verkiest maar ook zijn waardigheid onder geen beding wil verliezen, naar een op wat meer afstand gelegen en voor hem acceptabel veilige plek.
Daar richt ie zich dan nog eens even goed hoog op zijn fazantentenen om zich vervolgens onder de aanhef van een schor ‘kók-ekók-ekók een paar tellen op zijn goudveren borst te roffelen.

Zou hij inmiddels weten of er nog méér regen komt?