Tuwiéét..Tuwiéét..
Weer wilde ik na het avondeten een nuttige bijdrage in de tuin verrichten en wéér werd ik prettig gestoord…
Ditmaal door de geagiteerde roepjes van een paartje schitterende tuinvogels, waarvan vooral het mannetje een juweel is zo mooi!
Ongetwijfeld hebben ze gezinsuitbreidingsplannen want ze reageren allebei heel gepikeerd op mijn aanwezigheid door met hoge, ijle fluitjes op buurman’s hek plaats te nemen en daarop middels heftige wip- en knikbewegingen duidelijk te maken dat ze me graag zien ophoepelen.
Want dáár in die kamperfoeliestruik, waar ik nu eenmaal óók even bij in de buurt moet zijn, dáár ergens liggen vermoedelijk hun helder blauwe eitjes.
Het zijn Gekraagde Roodstaarten, die ik in Garrelsweer nooit in de tuin heb gezien. Wel de donkere variant, de Zwarte Roodstaart maar vooral die fel witte oogstreep en oranje-rode borst van het gekraagde mannetje onderscheidt hem daar in het bijzonder van.
Tuwiéét.. Tuwiéét…
“Ik gá al” riep ik, waarbij ze me merkbaar opgelucht zagen vertrekken.
Maar dat was uiteraard om via een schijnbeweging de camera uit huis te halen, want ik kon het niet laten om ze daarna nog éven voor ‘Pronkjewailtjes’ in het zonnetje te zetten.
Wat een eer om persoonlijk te worden aangesproken door deze wondertjes.